Tips voor het branden van kaarsen
Instructies om je kaarsen te branden? Ja zeker, als jij onderstaande tips opvolgt haal je de meeste branduren uit je kaarsen.
Een kaars hoort stevig en recht te staan voordat je deze aansteekt. Een kaars die scheef staat zal gaan druipen en walmen. Een mooie kaars verdient natuurlijk een mooie kaarsenhouder dus zet je kaars in een passende, niet brandbare en stabiele kandelaar.
Kijk eens naar de lont van je kaars. Anders dan bij mensen houden kaarsen van een kort lontje. Deze hoort niet langer dan 1cm te zijn, knip er anders een stukje van af. En zorg ervoor dat de lont rechtop staat voordat je de kaars aansteekt. Is de vlam te groot dan is de lont te lang, blaas de kaars uit en knip de lont af op 1cm. Is de vlam te klein, blaas de kaars uit en verwijder het gesmolten kaarsvet rondom de lont totdat deze weer 1cm is. Dan kun je de kaars weer aansteken. Als de lont van je kaars niet in het midden zit zal je kaars scheef opbranden. Zonde natuurlijk. Blaas de kaars uit, pak de lont met een tangetje als de kaars nog gesmolten is en trek deze heel voorzichtig terug naar het midden.
Veiligheid is natuurlijk heel belangrijk bij het branden van kaarsen. Zijn er kinderen of huisdieren in de buurt? Zorg dat ze niet bij de kaarsen kunnen. Plaats je brandende kaarsen niet in de buurt van gordijnen of andere brandbare spullen in je huis. Het gaat hier natuurlijk wel om open vuur.
Heb je meerdere kaarsen bij elkaar staan? Kaarsen die te dicht bij elkaar staan kunnen elkaar verhitten, hierdoor kan een kaars gaan druipen. Maar dat kan natuurlijk ook gebeuren als je een kaars vlak bij de kachel of de open haard neerzet. Een brandende kaars kan ook gaan druipen als het tocht. Maar door de tocht kan een kaars ook scheef opbranden of gaan walmen. Heb jij kaarsen in je vensterbank staan? Houdt er dan rekening mee dat door zonlicht een kaars kan verkleuren of zelfs smelten.
Kaarsen met een diameter van 10 cm of meer moeten de eerste keer blijven branden totdat de kaars ongeveer 1cm van de buitenrand gesmolten is. Dit om te voorkomen dat er ‘tunnels’ ontstaan, waarna de kaars nooit meer goed kan branden. Een bol- of stompkaars kun je het beste na 3-4 uur uitdoen. Is je kaars toch te diep ingebrand, snij dan een stukje van de rand af.
Schoon kaarsvet zorgt er ook voor dat je kaars mooi opbrandt. Gooi dus geen rommel in het gesmolten kaarsvet, hierdoor kan een tweede vlam ontstaan waardoor de kaars scheef opbrandt, gaat walmen of druipen of in het ergste geval zelfs kan exploderen.
Je kunt een kaars het beste doven met een kaarsendover, dit voorkomt rondspetterend kaarsvet en zal het nasmeulen verminderen. Doof je kaars in elk geval op 2cm vanaf de kaarsenhouder, door de hitte kan je kandelaar barsten. Dat zou zonde zijn.
Volg jij bovenstaande tips op? Dan zul je langer genieten van je mooie kaarsen.